Sectorplannen dragen bij aan de versterking van de basis van onderzoek en onderwijs. De overheid wil daarom jaarlijks structureel investeren in de sectorplannen.

De Nationale Commissie Sectorplannen adviseert de minister van OCW hierover. Op 11 april 2023 heeft de minister het advies van de NCSP overgenomen om structureel 200 miljoen euro te investeren in wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Vanuit het Sectorplan Versnellen op gezondheid ontvangen de medische en gezondheidswetenschappen jaarlijks 40 miljoen euro.

Medische innovatiemotor versnellen

De maatschappij staat voor grote uitdagingen op het gebied van gezondheid en zorg. Hoe blijven mensen langer gezond? Hoe houden we de zorg betaalbaar? Hoe zorgen we voor voldoende personeel in een vergrijzende maatschappij? Hoe maken we gebruik van wetenschappelijke en technische innovaties om gezonde en zieke mensen op maat te bedienen? Alleen met voldoende kennis en middelen kunnen we deze vraagstukken aanpakken. De Nederlandse umc’s spelen hierin een belangrijke rol, samen met hun partners in de kennissector, het bedrijfsleven en de regio. Het Sectorplan Medische en Gezondheidswetenschappen maakt inzichtelijk wat er nodig is - zowel aan menskracht als middelen - om de ‘medische innovatiemotor’ te laten versnellen en als samenleving volop te benutten.

Het Sectorplan Medische en Gezondheidswetenschappen opent met een schets van de medische sector. De taken van de umc’s op gebied van onderwijs en onderzoek staan beschreven in samenhang met andere taken van de umc’s. Het plan is toegespitst op drie thema’s:

  • Preventie: om risico’s en aandoeningen op te sporen en vroeg te kunnen ingrijpen is menskracht, onderwijs én een langdurige investering in onderzoek nodig. Preventie is een thema dat bij uitstek vraagt om een interdisciplinaire aanpak. Structurele middelen voor dit zo belangrijke maatschappelijke domein zijn cruciaal.
  • Datagedreven innovatie: het belang van data is enorm en zal alleen maar toenemen. Denk aan patiëntencohorten en populatiestudies, aan AI en e-Health. Er is expertise nodig voor bijvoorbeeld extra data-expertcapaciteit en ook om onderzoekers hierin te scholen.
  • Van fundamenteel onderzoek tot kliniek en praktijk: dit gaat om klinisch onderzoek, en de vertaling daarvan naar de praktijk. Het hele proces van idee naar de praktijk is omvangrijker en ingewikkelder geworden. Onderzoekers, onderwijs en specifieke (diverse) specialisten zijn hiervoor nodig.

Verder bevat het Sectorplan kengetallen en achtergrondinformatie over wetenschappelijke output, personele inzet, diversiteit, het onderwijs per umc en de samenwerkingspartners van de umc’s. Het Sectorplan bouwt voort op de NFU-onderzoeksagenda naar Sustainable Health uit 2016 en de Nationale Wetenschapsagenda. Ook sluit het aan bij de huidige ontwikkelingen in de Kenniscoalitie, de Topsectoren en de Groeifondsvoorstellen.

We hebben een handige, beknopte factsheet van het sectorplan gemaakt.

Vier domeinen

De volgende vier sectorplannen zijn ontwikkeld of in ontwikkeling:

  1. Sectorplan bètawetenschappen: Voor een sterker fundament.
  2. Sectorplan Social Sciences and Humanities: Samen vooruit. Investeren in de wetenschappelijke basis, versterken van maatschappelijke veerkracht.
  3. Sectorplan Medische en Gezondheidswetenschappen: Versnellen op gezondheid.
  4. Sectorplan Ontwerpende Ingenieurs Wetenschappen: Vraag en capaciteit in balans.

Maatschappelijke vraagstukken kunnen we het best in samenwerking aanpakken. Daarom worden binnen deze sectoren prioriteiten landelijk afgestemd. Ook wordt op deze manier gezocht naar complementariteit in een breed-gedragen proces.