Interview met Melanie Schmidt | directeur - NFU

Een betere samenhang en samenwerking tussen onderwijs en onderzoek, door meer vaste contracten voor onderzoekers rust en ruimte creëren én gezamenlijk komen tot een scherpere taakverdeling en profilering, daarnaar streeft het ministerie van OCW. OCW stelt daarom structureel extra geld beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs via zogenoemde sectorplannen. Ook het domein Medische en Gezondheidswetenschappen heeft een sectorplan: Versnellen op gezondheid. Vanuit dat plan zegde minister Dijkgraaf van OCW half april 2023 aan de umc’s 40 miljoen euro extra per jaar toe, voor een periode van 5 jaar. In 2022 kwam al 12 miljoen euro extra beschikbaar. Nu de eerste onderzoekers zijn aangesteld, legt Melanie Schmidt, directeur van umc-koepelorganisatie NFU, uit waarom die extra impuls zo belangrijk is en hoe de umc’s daarmee de meest prangende uitdagingen op het gebied van gezondheid en zorg aanpakken.

‘Er leven veel vragen over gezond leven en over gezondheid en ziekte. De nog steeds groeiende stroom richting de zorg móeten we keren. Daarvoor is veel kennis en dus veel wetenschappelijk onderzoek nodig.’ Schmidt deed zelf onderzoek en spreekt in haar huidige functie regelmatig over de werk- en prestatiedruk in kennisinstellingen. Ze weet: ‘Die druk is enorm. Een flink deel van het wetenschappelijk personeel in de umc’s heeft meerdere taken: in onderzoek, onderwijs, opleiding en patiëntenzorg. Veel onderzoek en ook delen van onderwijs worden extern gefinancierd en daardoor hebben veel mensen tijdelijke contracten. Het gebrek aan baanzekerheid en carrièreperspectief helpt de umc’s niet om talenten te behouden – terwijl we die juist zo nodig hebben. Door het sectorplan kunnen onderzoekers nu vaste aanstellingen krijgen en daar zijn de umc’s ook al volop mee bezig. Vaste aanstellingen geven de rust en ruimte om een stevige basis te leggen voor onderzoek en onderwijs. En doordat ongeveer een derde van het geld gaat naar onderwijs, zorgen we ervoor dat we ook in de toekomst voldoende zorgprofessionals hebben met de kennis en vaardigheden die dan nodig zijn.’

Kennis genereren, beloftes verzilveren en een duwtje

Melanie Schmidt promoveerde in 2009 op onderzoek naar gezondheidsverschillen in Haagse achterstandswijken. Het thema preventie ligt haar duidelijk na aan het hart, ze stelt: ‘Als maatschappij moeten we sociaaleconomische gezondheidsverschillen níet wíllen accepteren, maar de harde realiteit is echter dat die verschillen steeds verder toenemen. Ik vind het mooi en belangrijk dat de umc’s zich volop richten op het beantwoorden van kennisvragen over gezondheid en preventie. Met het sectorplan kunnen we de kennis genereren die ondersteunend is aan de in het IZA (integraal zorgakkoord) afgesproken preventie-activiteiten. In samenwerking met GGD’en, hogescholen en andere kennisinstellingen en partijen in het sociale domein vervullen de umc’s hun rol als kennismotor. En die kan nu nog harder gaan draaien.’

Het tweede thema gaat over de beloftes van datagedreven innovaties, zoals data-infrastructuren, artificial intelligence en e-health, en hoe we die kunnen waarmaken en verzilveren, vertelt Schmidt. ‘Het Nederlandse gezondheidszorgsysteem biedt veel mogelijkheden om data te verzamelen en de umc’s genereren al heel veel data. Ze beschikken over biobanken en volgen in cohortstudies al allerlei groepen over langere periodes. Wat we nodig hebben om die data betekenisvol te laten zijn, zijn deskundige data-experts. En dat is in de hele arbeidsmarkt een zeer gewilde groep professionals. Het sectorplan moet ook het aantrekken en behouden van deze mensen mogelijk maken.’

Thema drie, last but not least, wil ervoor zorgen dat fundamenteel onderzoek leidt tot innovaties die patiëntgroepen of zelfs de samenleving echt ten goede komen. ‘We moeten de kennis die ‘vrijkomt’ in de keten van heel basaal onderzoek naar daadwerkelijke toepassing nog beter benutten, en dat kan met meer ruimte voor dit thema,’ aldus Schmidt.

Samenwerken aan oplossingen op grensgebieden

‘Deze drie thema’s vragen nu de meeste aandacht, maar daarmee zijn we er niet.’ NFU-directeur Schmidt hoopt en rekent op een volgende ronde sectorplannen. ‘Door op deze drie én volgende thema’s in samenhang en extra in te zetten, staan we straks klaar voor de problemen die als samenleving en gezondheidszorgsector op ons afkomen. De beroepsbevolking neemt af en de vraag naar zorg toe, dat wordt een flinke uitdaging. En dan zijn er nog eens onverwachte ontwikkelingen zoals pandemieën. Alleen samen kunnen we dat aan. De umc’s van Nederland werken van nature al veel samen, samenwerking tussen de faculteiten, umc’s en (STZ-)ziekenhuizen en andere zorgpartners is belangrijk - maar ook daarbuiten moet en zal de samenwerking steeds meer worden opgezocht. Want veel van de vragen die leven en op te lossen problemen bevinden zich op een grensgebied van verschillende sectoren: tussen geneeskunde en techniek, maar ook tussen geneeskunde en gedragswetenschappen, kijk maar weer naar preventie. Ik verwacht een extra versnelling op gezondheid als ook die samenwerking sterker wordt.’