We gaan artsen opleiden die klaar zijn voor de toekomst
Artsen van de toekomst zijn breed inzetbaar, kunnen domeinen verbinden en dragen bij aan zorg én preventie – binnen én buiten het ziekenhuis. Tijdens de bijeenkomst over het Geneeskundig Opleidingscontinuüm en de Actieplannen Meer Extramurale Artsen op 2 juni 2025 stond deze ambitie centraal. Meer dan honderd deelnemers uit het hele zorgveld gingen met elkaar in gesprek over hoe dat te realiseren.
De kracht van de bijeenkomst zat in het gedeelde gevoel van urgentie waarbij alle stakeholders aanwezig waren. Geneeskundestudenten, basisartsen, aiossen, opleiders, geneeskundig specialisten, vertegenwoordigers van VWS en SZW, werkgevers, beleidsmakers en bestuurders kwamen samen om visie en praktijk te verbinden. Menno Reijneveld, voorzitter van de Actieplannen Meer Extramurale Artsen, benadrukte de urgentie: “Meer extramurale artsen is geen optie, maar noodzaak. Met dit project bouwen we aan een beweging die verschil maakt voor de zorg.”
De bijeenkomst leverde inspiratie voor toekomstgericht onderwijs, een slimmere inrichting van het werk en hoe we meer ruimte kunnen geven aan geneeskundig specialisten om zelf regie te nemen over hun loopbaan.

Ketenbreed gesprek over een gezamenlijke opgave
In een reeks pitches werd zichtbaar wat we kunnen doen. Zo kwam uit het hele continuüm, van de geneeskundestudie tot het werken als specialist, het volgende aan bod:
- Meer aandacht voor extramurale vakken en leerervaringen in de geneeskundestudie.
- Het transmuraal aniosschap nieuwe stijl om basisartsen verder kennis te laten maken met 1e en 2e lijnszorg.
- Meer ruimte voor diversiteit in opleidingsprofielen van student tot geneeskundig specialist.
- De kracht van extramurale rolmodellen.
- Het belang van cultuur, samenwerking en mentale kracht in de werkpraktijk.
In de interactieve sessies die volgden, werkten deelnemers samen aan verdere acties. De opbrengst daarvan werd meegenomen in het afsluitende debat. Vice-decaan Martine de Bruijne benadrukte namens de NFU-opleidingscommissie geneeskunde het belang van gezamenlijke verantwoordelijkheid: “Alle regionale partners en de umc’s kunnen hierin samen optrekken en bijdragen aan een curriculum dat meer gericht is op gezondheid en preventie.”
Ook voor basisartsen is een betere brug tussen opleiding en werkpraktijk cruciaal. Jacqueline de Graaf, voorzitter van het project Visie Opleidingscontinuüm: “We moeten hen kansen bieden om zich breed te oriënteren, binnen én buiten het ziekenhuis, met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling.” Cisca Joldersma (Capaciteitsorgaan) onderstreepte het belang van flexibiliteit en aansluiten bij wat nieuwe generaties dokters zelf belangrijk vinden.
Om de lange termijn doelen te realiseren moeten alle partijen stevig sturen op de evenredige aandacht voor de verschillende specialismen. Jurriaan Penders (KNMG) signaleerde veel energie en goede stappen die al gezet zijn.
Samen verder
De bijeenkomst markeerde de volgende stap naar het opleiden en binden en boeien van de artsen van de toekomst. De aanwezige partijen spraken uit samen verder te willen bouwen aan een toekomstbestendig opleidingscontinuüm. Eén waarin artsen worden opgeleid die aansluiten bij de veranderende zorgvraag en die duurzaam kunnen bijdragen aan een gezonde samenleving. Eddy Hilbert (VWS) sprak zijn waardering uit voor de voortgang tot nu toe en gaf aan dat er al veel bereikt was – we moeten dit momentum vasthouden en doorpakken.
Op onze website is meer informatie te vinden over: