Op vrijdag 11 maart jl. heeft de minister van VWS de Tweede Kamer geïnformeerd over de monitor umc’s. De NFU is blij om te lezen dat de minister in de monitor aanknopingspunten ziet voor passende zorg.

De primaire focus in deze brief lijkt echter op de umc’s te liggen: is het percentage basiszorg in de umc’s optimaal? De NFU mist in de brief de constatering van de NZa dat de beweging naar passende zorg tweeledig is. Het gaat hierbij zowel om verplaatsing van basiszorg uit umc’s naar (algemene) ziekenhuizen, als om verplaatsing van hoogcomplexe zorg uit (algemene) ziekenhuizen naar umc’s.

Daarnaast staan in de Kamerbrief percentages over de geleverde topreferente zorg. Hierbij mist helaas de toelichting op het gebruik van de ROBIJN labels. Deze labels zijn ontwikkeld om inzicht te verkrijgen in de aard van de topreferente zorg én in de verdeling van de academische gelden. Met de ROBIJN labels is een zo goed mogelijke schatting gemaakt, maar ze geven zeker geen volledig beeld van het aandeel basiszorg in een umc. De NFU vreest dat de aandacht nu gaat naar de genoemde percentages, terwijl de NZa aanbeveelt om te onderzoeken welke zorg en welke patiënt in een umc thuishoort.