Pensioenfonds ABP verhoogt per 1 januari 2024 de pensioenen met 3,03%. ABP is het pensioenfonds voor overheid en onderwijs, waar ook medewerkers van umc’s verplicht bij zijn aangesloten. De verhoging betekent dat de pensioenen meestijgen met de inflatie. Daarnaast gaat de premie iets omlaag.

De verhoging met 3,03% geldt voor alle deelnemers; zowel voor mensen die al met pensioen zijn als voor de pensioenaanspraak van medewerkers die nu nog werken en bij ABP pensioen opbouwen, of op hebben gebouwd (de zogenoemde slapers). Bij een pensioen van €1000,- netto betekent het zo’n €30,- in de maand erbij. Het percentage is gebaseerd op de stijging van de prijzen van goederen, zoals boodschappen in de supermarkt, en diensten. Daarbij kijkt het ABP naar de cijfers van het CBS over de periode van 1 september 2022 tot 31 augustus 2023.

Lagere premie

Naast een hoger pensioen kunnen umc-medewerkers ook rekenen op een lagere premie. ABP verlaagt de premie van 27,9% naar 27%. Werknemers betalen 30% van deze premie zelf. Met een inkomen van €3500,- bruto per maand betaal je in 2024 dan ongeveer €10,- per maand netto minder.

Op weg naar een nieuw stelsel in 2027

Dat ABP de pensioenen kan verhogen heeft mede te maken met een versoepeling van de regels in aanloop naar een nieuw pensioenstelsel in 2027. Dit betekent dat er voor umc-medewerkers per 1 januari 2027 een nieuwe pensioenregeling komt. Op dit moment zijn vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in gesprek om afspraken te maken over de overgang naar dit nieuwe stelsel.

Die afspraken gaan over de nieuwe pensioenregeling, maar bijvoorbeeld ook over het verhuizen van pensioenaanspraken naar het nieuwe stelsel (ook wel ‘invaren’ genoemd) en over compensatie voor groepen voor wie de overgang nadelige effecten heeft.

De sociale partners streven ernaar om nog voor begin 2024 tot voorlopige afspraken te komen. Die afspraken worden daarna verder uitgewerkt en vastgelegd in een transitieplan. Zodra dat plan in concept klaar is zal dat worden gepubliceerd op de ABP-website. Dat is belangrijk, omdat het vertegenwoordigers van gepensioneerden en oud-deelnemers gelegenheid geeft om hun reactie op de gemaakte afspraken te geven.

Vervolgens zal aan werkgevers (vier kabinetssectoren, drie decentrale overheden, zes onderwijssectoren en de NFU) worden gevraagd of zij kunnen instemmen met het uiteindelijke onderhandelingsresultaat, net als aan werknemers die zijn aangesloten bij een vakbond.

Van het verdere verloop zullen we u op de hoogte houden.