In veel ziekenhuizen verkennen specialistische afdelingen mogelijkheden van gedifferentieerde inzet van verpleegkundigen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de IC en SEH. De afdelingen doen de verkenning vanuit het idee dat gedifferentieerde inzet van verpleegkundigen van meerwaarde kan zijn voor de kwaliteit van zorg. Ervaringen die zijn opgedaan in de COVID-19-crisis versterken dit idee. Dat blijkt uit een inventarisatie die in opdracht van de NFU en NVZ is gemaakt door onderzoeksbureau KBA.

Additionele inventarisatie COVID

De hoofdinventarisatie liep van december 2019 tot en met februari 2020. Na het uitbreken van de COVID-19-crisis is er van 22 april tot 10 mei 2020 een aanvullende inventarisatie gedaan. Voor de hoofdinventarisatie werden gesprekken gevoerd met 63 respondenten (gespecialiseerd verpleegkundigen, leidinggevenden en functionarissen zoals programmamanager of opleidingsadviseur) van zeventien specialistische afdelingen in vijftien algemene ziekenhuizen en vier afdelingen van het acute cluster van vier universitair medische centra.

Competenties

Afdelingen vinden het prettig dat ze zelf invulling kunnen geven aan gedifferentieerde inzet van verpleegkundigen. Ze kijken daarbij niet alleen naar de vooropleiding, maar vooral naar ervaring, ambities en huidige competenties. Ziekenhuizen geven daarbij aan behoefte te hebben aan landelijke handvatten om tot deze gedifferentieerde inzet te komen.

Rollen en taken

Uit de inventarisatie blijkt dat ziekenhuizen en umc's geen onderscheid maken in functies, maar wel in rollen en taken op gespecialiseerde afdelingen. Zo zijn er verpleegkundigen die een specifieke rol op zich nemen, denk aan de rol van dagcoördinator. Anderen verdiepen zich in een specifiek aandachtsgebied, zoals incidentmeldingen.

Meer lezen?