Vandaag starten de gesprekken over een nieuwe cao voor de medewerkers van de universitair medische centra (umc’s). In alle umc’s zijn de afgelopen maanden drukbezochte dialoogsessies met medewerkers en medezeggenschapsorganen gehouden, om van de medewerkers zelf te horen wat zij belangrijk vinden voor een nieuwe cao. Deze gesprekken hebben veel opgeleverd en vormen het uitgangspunt voor de gesprekken met de bonden.

Tijd voor aandacht

Karen Kruijthof, een van de twee onderhandelaars namens de umc’s: ‘Natuurlijk ging het om aandacht voor salaris en andere arbeidsvoorwaarden, maar daarnaast gaven de medewerkers ook aan hoe belangrijk het is dat je prettig en gezond je werk kunt doen en blijven doen, in alle levensfases. Met voldoende tijd en aandacht voor de patiënt, voor de collega’s en voor jezelf en je team. Niet voor niets hebben we als motto voor de onderhandelingen gekozen ‘Tijd voor aandacht’.

Inbreng van de medewerkers

De medewerkers in de zeven umc’s hebben veelal dezelfde wensen. Ze pleiten voor een loonontwikkeling die past bij maatschappelijke ontwikkelingen; een verlofregeling die helpt de werkdruk te verminderen; een goed generatiebeleid zodat oudere medewerkers gezond kunnen blijven werken en er meer flexibiliteit is voor jongere generaties; een realistische reiskostenregeling; aandacht voor opleidingen en persoonlijke ontwikkeling; en oor en oog voor plaatselijke knelpunten als bereikbaarheid en parkeervoorzieningen.

Gabriël Zwart, ook onderhandelaar namens de umc’s: ‘De reacties spreken voor zich. Ook al kunnen niet alle zaken landelijk geregeld worden, duidelijk is dat de cao moet aansluiten bij het dagelijkse werk in zorg, wetenschappelijk onderzoek of onderwijs. Daar gaan we voor. We willen daarom met de bonden komen tot duidelijke en praktische afspraken, in een cao in begrijpelijke taal.’

De huidige cao loopt af op 31 december 2023. Wat betreft de lonen is in de huidige cao nog vastgelegd dat die op 1 november 2023 met 4 procent stijgen, zodat de totale loonsverhoging in 2023 uitkomt op ruim 10 procent.