Samen nadenken over de toekomst van de zorg
Hoe houden we de zorg toekomstbestendig in tijden van schaarste? Daar ging het over in het Holland Health House, onderdeel van het International Forum on Quality and Safety in Healthcare, woensdag 21 mei in de Jaarbeurs van Utrecht. Zo’n honderd zorgverleners en beleidsmakers uit Nederland en Vlaanderen bespraken aan dertien debattafels hoe ze de schaarste in de zorg de komende jaren het hoofd kunnen bieden. Dat lukt alleen als zorgverleners de moed hebben out-of-the-box te denken, bleek tijdens deze Nationale Kwaliteitsdialoog.
Hoe houden we de zorg toekomstbestendig in tijden van schaarste? Daar ging het over in het Holland Health House, onderdeel van het International Forum on Quality and Safety in Healthcare, woensdag 21 mei in de Jaarbeurs van Utrecht. Zo’n honderd zorgverleners en beleidsmakers uit Nederland en Vlaanderen bespraken aan dertien debattafels hoe ze de schaarste in de zorg de komende jaren het hoofd kunnen bieden. Dat lukt alleen als zorgverleners de moed hebben out-of-the-box te denken, bleek tijdens deze Nationale Kwaliteitsdialoog.
‘Er komt een tsunami aan zorg op ons af. Patiënten worden ouder en krijgen meer aandoeningen, terwijl er tegelijkertijd minder zorgverleners zijn.’ Hester Vermeulen, hoogleraar Verplegingswetenschappen in het Radboudumc, dagvoorzitter van de Nationale Kwaliteitsdialoog en namens de NFU-voorzitter van het College Toekomstbestendige Zorg, schetst het dilemma waar de Nederlandse gezondheidszorg de komende jaren voor staat: er is steeds meer schaarste in de zorg. Dat is geen nieuw inzicht, weet Vermeulen, samenleving, zorgverleners en patiënten raken daar steeds meer van doordrongen. De vraag is alleen: wat moeten we doen om hiermee om te gaan?
Zorgverleners zijn het niet gewend, het past ze ook niet, maar vaker nee zeggen tegen de groeiende zorgvraag van patiënten is volgens de deelnemers aan de debattafels een van de antwoorden. Want middelen en mensen zijn schaars, en niet alles is meer mogelijk. Vermeulen: ‘We moeten ons voorbereiden op pijnlijke gesprekken waarin de dokter de patiënt straks vertelt wat er allemaal niet meer kan: “Nee, geen foto”, “Nee, niet nog een lab-aanvraag”, “Misschien is het beter om bepaalde operaties niet meer te willen.”’
Gesprekken in de samenleving
Voor dokters en verpleegkundigen betekent dat een omslag in denken, voelen en handelen. Hun keuze was immers om zorg te verlenen, niet om zorg te onthouden. Vermeulen: ‘We zullen de nieuwe generatie dokters daarom moeten opleiden in hoe je zulke moeilijke gesprekken het beste kunt voeren. Want dat betekent een hele andere mindset voor zorgverleners.’
Niet alleen zorgverleners en patiënten, ook als samenleving zullen we deze gesprekken moeten voeren, was de oproep vanuit de debattafels. Ook ouders, kinderen, partners, vrienden, ze moeten vaker met elkaar in dialoog over wat hun persoonlijke wensen en voorkeuren zijn wanneer hen iets overkomt. ‘Het is belangrijk dat we deze gesprekken tijdig voeren,’ vat Vermeulen de oproep samen, ‘en niet pas als het te laat is. Zulke burgergesprekken zouden vanzelfsprekender mogen worden in onze samenleving. Juist omdat niet alles wat we willen nog mogelijk is. Laten we daar dus plaats voor inruimen.’
Veranderkracht
Veranderkracht, verandervaardigheid, het zijn woorden die regelmatig ter sprake komen aan de debattafels. Want je gedrag en attitudes als zorgverlener bijsturen, leren omgaan met schaarse middelen, met volle overtuiging nee kunnen zeggen tegen de zorgvraag van de patiënt, dat gaat niet vanzelf. Je zult dat moeten leren.
In de verpleegkunde-opleidingen worden hier al waardevolle stappen in gezet, concludeert Vermeulen aan het eind van de middag. ‘Probleemoplossend vermogen is een van de kerncompetenties in het nieuwe opleidingsprofiel Bachelor of Nursing 2030. En ook in het curriculum van de medisch specialist krijgt verandervaardigheid een steeds prominentere plek. Dat is nodig. Zorgverleners moeten leren vertrouwen dat ze succesvol kunnen veranderen, dat de transformatie naar een andere omgang met schaarse middelen gaat lukken. Eén ding is zeker. Het oude adagium: “We hebben het altijd zo gedaan, dus we blijven het zo doen,” die gaat ons niet helpen.’
Steeds minder zorgverleners
Schaarste, het hangt ook samen met de duurzame inzetbaarheid van medewerkers, het andere thema van de Nationale Kwaliteitsdialoog. Want hoe minder zorgverleners, hoe minder zorg er geboden kan worden. En dat het aantal zorgverleners snel achteruitloopt, dat blijkt uit cijfers die Catharina van Oostveen, onderzoeker, bestuurder bij V&VN en toezichthouder in de zorg, presenteert tijdens haar presentatie Duurzame organisatie van verpleegkundige zorgteams. Jaarlijks verlaten ruim 65 duizend verpleegkundigen en verzorgenden de zorg, en bij ongewijzigd beleid zijn er 84 duizend tekorten aan verpleegkundigen en verzorgenden in 2034. En het ziekteverzuim in de zorg ligt 30 procent hoger dan in andere sectoren.
Positieve werkomgeving
De huidige aanpak van deze uitstroom schiet tekort, een systeemaanpak is daarom nodig, stelt Van Oostveen. Een positieve werkomgeving vormt daarbij volgens haar de sleutel tot behoud van zorgverleners. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet, weet ze. Want een werkomgeving is een complex systeem, waarbij aspecten zoals cultuur, leiderschap, organisatiestructuren, opleiden, beleid en zelf wetgeving nauw met elkaar verweven zijn. ‘Om te komen tot een positieve werkomgeving zullen we aan al deze knoppen moeten draaien, in onderlinge samenhang. Dat is niet makkelijk, maar het is nodig. Want alleen in een positieve werkomgeving voelen zorgverleners de vrijheid om te groeien en voelen ze zich gesteund om zich verder te ontwikkelen, als mens en als professional. Alleen zo zullen we hen weten te behouden voor de zorg.’
Bevlogen medewerkers
Een positieve werkomgeving zorgt voor geïnspireerde, bevlogen zorgverleners. Die bevlogenheid verder stimuleren, dat is de ambitie van Anne de Pagter, kinderarts-hematoloog in het Erasmus MC en voorzitter van de stichting Challenge & Support, kennis- en expertisecentrum voor behoud van bevlogen zorgprofessionals. ‘Bevlogenheid draagt niet alleen bij aan het behoud en werkplezier van zorgverleners. Een afname ervan schaadt ook de kwaliteit van zorg en leidt tot minder verandervaardigheid en minder innovaties. Daarnaast zien we een verdubbeling van een lage patiënttevredenheid, verdubbeling van het risico om betrokken te raken bij patiëntveiligheidsincidenten en een verhoogd risico op minder professioneel gedrag. Denk aan het niet volgen van de richtlijnen, slechte informatievoorziening aan patiënten en minder empathisch vermogen.’
De vraag is: hoe krijgen we zorgverleners weer bevlogen? Ontwikkelingsgerichte coaching van zorgverleners kan daarbij helpen, bepleit De Pagter. ‘Uit onderzoek blijkt dat dat bij hen leidt tot meer autonomie, minder stress en uitputting, een toename van het reflectief vermogen, versterking van de bevlogenheid en verbetering van de verandervaardigheid. Coaching van zorgverleners werkt écht, laten we er meer gebruik van maken.’
Netwerk opbouwen
Ja, het was een rijke en inspirerende dag, vertellen enkele deelnemers aan de debattafels aan het eind van de middag. ‘Ik heb vandaag veel nieuwe mensen leren kennen. Ik heb mijn netwerk echt kunnen verbreden.’ ‘Ik vond het fijn dat ik met mensen met een andere professionele achtergrond heb kunnen sparren over schaarste en duurzame inzetbaarheid.’ ‘Juist doordat je allemaal je eigen perspectief hebt, vul je elkaar aan en kun je van elkaar leren.’
Hester Vermeulen is blij met de feedback van de deelnemers en dat naast de twee genoemde sprekers er ook een inspirerende line-up was. ‘De Holland Health House is een netwerk-event. Het is bedoeld om je netwerk op te bouwen, juist ook voor de professionals die het verschil willen en kunnen maken. We hopen ook dat ze elkaar na deze dag blijven opzoeken, het onderling contact verder verdiepen en samen innovaties aanjagen of de goede voorbeelden delen of overnemen. We moeten het samen doen, zorgverleners en patiënten. Alleen samen komen we verder. En kunnen we de uitdagingen aan die ons te wachten staan.’