Hoe zorgen we dat de zorg een aantrekkelijke werkomgeving blijft voor jonge artsen? Hoe spelen we in op de toenemende behoefte van de maatschappij aan gespecialiseerde artsen, ook buiten het ziekenhuis? In het visiedocument ‘Het opleidingscontinuüm van student tot geneeskundig specialist’ doet een landelijke werkgroep van studenten, a(n)iossen, PhD-studenten, opleiders en bestuurders concrete aanbevelingen om het opleidingstraject van student geneeskunde tot geneeskundig specialist fundamenteel te verbeteren. De aanbevelingen worden ondersteund door meer dan 25 organisaties.

“Het is vijf voor twaalf,” zegt Jacqueline de Graaf, voorzitter van de landelijke werkgroep Visie Opleidingscontinuüm en het College Medische Vervolgopleidingen van de NFU. “Wij komen juist nu met deze aanbevelingen omdat wij de maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om veelzijdige eerste en tweedelijns geneeskundig specialisten op te leiden die zijn voorbereid op de voortdurend veranderende zorg van de toekomst.”

Black boxes in de opleiding

Op de weg van student tot geneeskundig specialist zijn veel black boxes, constateerde De Graaf. “Krijgen studenten wel een realistisch toekomstbeeld van de zorg en van het artsenberoep, en weten zij waar de maatschappij behoefte aan heeft? Aniossen worden vaak onvoldoende begeleid op de werkvloer, met weinig tijd en aandacht voor persoonlijke begeleiding of hoe je je ontwikkelt als dokter. Hoe lossen we dat op? Veel artsen gaan promoveren, maar is dat per se nodig? Heeft de maatschappij niet ook behoefte aan diversiteit in de uitstroomprofielen van geneeskundig specialisten, gericht op bijvoorbeeld onderwijs, management of kwaliteit? En kunnen de sollicitatieprocedures voor instroom in vervolgopleidingen transparanter?”

Keuzeruimte voor studenten

Studenten, a(n)iossen, PhD-studenten, opleiders en bestuurders hebben op initiatief van de NFU de handen ineengeslagen om te komen tot een verbeterplan in de vorm van een geneeskundig opleidingscontinuüm. “Het beroep van arts is veel breder en reikt verder dan in de opleiding zichtbaar is,” vindt Fleur Stuit, coassistent in het Erasmus MC en lid van de werkgroep. “De visie benadrukt het belang van ruimte voor de student om te bepalen en te kiezen wat het beste bij hem of haar past.”

Aanbevelingen op vier thema’s

Het visiedocument bevat belangrijke aanbevelingen voor de opleiding van meer en andere artsen die ook buiten de muren van het ziekenhuis inzetbaar zijn, zoals huisarts, specialist ouderengeneeskunde of arts maatschappij en gezondheid. Of voor artsen die een bestuurlijke carrière overwegen. De aanbevelingen zijn onderverdeeld in vier thema’s:

  • Begeleiding in persoonlijke ontwikkeling en carrièrekeuzen van studenten.
  • Begeleiding in persoonlijke ontwikkeling en carrièrekeuze van anios en begeleiding anios op de werkvloer.
  • Een transparanter selectieproces voor instroom in de geneeskundige vervolgopleiding.
  • Opleiden voor toekomstbestendige geneeskundig specialisten met diversiteit aan profielen.

Van visie naar handreiking

De visie ligt er. Nu volgt de uitwerking en implementatie in de praktijk. “Als landelijke werkgroep zijn wij er enorm trots op dat de partners binnen de sociale geneeskunde en alle eerstelijns opleidingen zijn aangesloten,” aldus Jacqueline de Graaf.“ Wij roepen (PhD)studenten, a(n)iossen, opleiders en beleidsmakers op tot deelname aan het gesprek over een zinvolle invulling van de periode tussen het afronden van de geneeskundeopleiding en de start als geneeskundig specialist. Iedereen is welkom om best practices en tips & tricks met ons te delen. Zodat we samen de visie kunnen uitwerken tot een concrete handreiking, afgestemd op de vragen en behoeften van de student tot geneeskundig specialist én van de maatschappij.”

Reageren? Mail naar communicatie@nfu.nl