Vandaag, 8 maart, is het Internationale Vrouwendag. De dag die draait om inclusie en gelijkheid, of het nou over economische zelfstandigheid, de werk/zorg-verdeling of om de medische wereld gaat. Vijf artsen en/of onderzoekers lichten toe waarom zij inclusie belangrijk vinden en wat er beter kan of juist al goed gaat.

Antoinette Maassen van den Brink, hoogleraar neurovasculaire farmacologie, Erasmus MC

Een thema van Internationale Vrouwendag 2024 is ‘Inspire Inclusion’. Hoe zorgt u ervoor dat u dat doet in uw dagelijkse werk en leven?

"Deze vraag gaat eigenlijk om twee onderdelen; hoe includeer ik zelf, maar ook, hoe inspireer ik?

Ik probeer in mijn dagelijkse leven en werk oog te hebben voor diversiteit, zonder dit tot het uiterste door te voeren. Zo ervaar ik het zelf als nogal vernederend om ergens voor benaderd te worden ‘omdat er een vrouw nodig was’, verbazingwekkend genoeg gebeurt dit nog regelmatig. Anderzijds zijn quota soms misschien toch noodzakelijk om tot een betere afspiegeling van onze samenleving te komen in diverse gremia.

Ik denk dat sommige maatregelen nog steeds window dressing in de hand werken. Geweldig om te zorgen voor een bepaald percentage vrouwen in bepaalde commissies, maar hoe komt het dat de vrouwen initieel ondervertegenwoordigd waren? Dit ligt wellicht niet alleen aan mannen die een opvolger of medewerker kiezen die op hen lijkt, maar ook aan het feit dat het nog steeds gezien wordt als een gebrek aan ambitie wanneer een vrouw parttime gaat werken na het krijgen van haar kinderen, om voor hen te zorgen. En om later, als de kinderen groter zijn, van een parttime aanstelling weer terug te keren naar een fulltime aanstelling blijft vaak ook nog lastig. Het is hypocriet om daar niet bij stil te staan.

En soortgelijke zaken gelden natuurlijk ook voor andere vormen van diversiteit, bijvoorbeeld voor mensen met een niet-Westerse immigratie-achtergrond. Hoe komt het dat deze mensen vaak toch nog achteraan staan bij het krijgen van een goede positie in de samenleving? We moeten deze problemen aanpakken bij de kern, en geen genoegen nemen met maatregelen die alleen de zichtbare consequenties hiervan lijken op te lossen.

Wat het tweede deel van de vraag betreft, het inspireren: ik probeer door mijn eigen handelen het goede voorbeeld te geven. Dit kunnen grotere zaken zijn, zoals bij het selecteren van nieuw personeel, maar ook hele kleine zaken zijn denk ik belangrijk. Zo probeer ik, wanneer ik eens eerder van het werk vertrek omdat ik iets voor mijn kinderen moet doen, daar niet geheimzinnig over te doen. Te veel mensen zeggen in zo’n situatie dat ze ‘andere verplichtingen’ hebben. Maar waarom kunnen we er als vrouw, maar ook als man, niet gewoon trots op zijn wanneer we zorg en carrière succesvol combineren?"

Wat zou er in de medische werkomgeving beter kunnen als het gaat om inclusie?

"Zie eigenlijk al mijn antwoord hierboven. Er moet niet alleen gekeken worden aan het einde van de pijplijn, bijvoorbeeld of in een promotiecommissie wel evenveel vrouwen als mannen zitten. Er moet daadwerkelijk praktische ondersteuning komen voor vrouwen (maar ook mannen) die zorg voor hun gezin willen combineren met een carrière. Verder vind ik het schokkend dat, als ik met collega’s spreek, ik toch nog regelmatig verhalen hoor over de moeilijkheden die mensen met een immigratie-achtergrond ervaren, of bijvoorbeeld de vooroordelen waar homoseksuele collega’s nog steeds mee te kampen hebben."

En wat gaat heel erg goed wat betreft inclusie?

"Het wordt steeds normaler dat mensen niet primair beoordeeld worden op hun achtergrond. Het is denk ik essentieel dat wij in Nederland, maar ook wereldwijd, eindelijk eens leren om elkaar te respecteren. De samenleving zal uiteraard pluriform blijven, en mensen met verschillen in geslacht, gender, seksuele geaardheid, culturele achtergrond, etc., kunnen veel aan elkaar leren en toevoegen! Gelukkig zie ik dit steeds vaker gebeuren."

Portretfoto van Toine Lagro-Janssen.

Toine Lagro-Janssen, huisarts (niet-praktiserend), emeritus hoogleraar Vrouwenstudies Medische Wetenschappen, Radboudumc

Hoe zorgt u ervoor dat Internationale Vrouwendag blijft inspireren in uw dagelijks werk en leven?

"De tweede feministische golf, eind jaren 60 en begin jaren 70 van de vorige eeuw, is mijn inspiratiebron. Die periode stond voor wie wilde luisteren in het teken van het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen over haar eigen lijf en leven. Actiegroepen voor een betere zorg voor vrouwen eisten de aandacht. Zoals ‘Baas in eigen buik’ voor het recht van vrouwen om zelf te beslissen over geboorteplanning inclusief abortus en ‘Blijf van mijn lijfhuizen’ voor de vele vrouwen die partnergeweld ervoeren. Niet alleen incestslachtoffers, of vrouwelijke psychiatrische patiënten, of Bom-moeders (bewust ongehuwde moeders) of lesbische partners met een kinderwens, vroegen destijds om andere, betere zorg. Alom, op vele terreinen, was er ontevredenheid van vrouwen over de medische zorg.

Niets van dat alles was tijdens mijn geneeskundestudie aan bod gekomen. Kijkend naar de thema’s van toen zoals abortus, seksueel misbruik, partnergeweld, andere leefvormen: daar zijn we nog lang niet klaar mee. Het primaat van het mannelijke als normaal binnen de geneeskunde is de wereld nog niet uit. De veronachtzaming van de geneeskunde voor sekseverschillen, de blindheid voor specifieke gezondheidsbedreigende factoren in levens van vrouwen, en de ongelijkheid in toegang tot zorg, hier in Nederland en daarbuiten, zijn voor mij belangrijke drijfveren voor mijn inzet voor verbetering. Betrokkenheid daarbij levert een positieve bijdrage aan mijn eigen (professionele) leven."

Wat zou er in de medische wereld beter kunnen?

"Medische wetenschappen in al haar research is gebaat bij structureel onderzoek naar sekse-en genderverschillen in relatie tot gezondheid. De verschillen, meestal aangetoond in epidemiologische studies, moeten verwondering oproepen en tot object van verdiepende studies worden gemaakt. De geneeskunde is niet genderneutraal, en het organisme in het medisch model is niet voor vrouwen en mannen gelijk. Het biologisch gelijkheidsdenken leidt tot buitensluiting van alles wat afwijkt van het mannelijke.

Een voorwaarde voor gelijkheid van patiënten is niet het streven naar een gelijke behandeling, maar naar gelijke gezondheidsuitkomsten. Dat betekent een ongelijke behandeling voor vrouwen en mannen. Het gaat erom om steeds weer opnieuw met kennis over sekse- en genderverschillen en met de juiste attitude en bejegening de vrouwelijke en mannelijke patiënt te benaderen. Het overheersende biomedische ziekteconcept moet meer door een integraal ziekteconcept worden vervangen, zodat psychosociale factoren bij klachten meer aandacht krijgen. Het aantal vrouwen bijvoorbeeld dat in Nederland onder de armoedegrens zakt is groter dan het aantal mannen. Ook lopen vrouwen een groter risico om tijdens hun leven slachtoffer te worden van partnergeweld en seksueel misbruik.

Wil de zorg verbeteren, dan moet het bewustzijn over en de bestaande kennis van sekse- en gendersensitieve geneeskunde in de medische basisopleiding en de vervolgopleidingen structureel aan bod komen. Daar zijn we een eind mee op weg, maar we zijn er nog lang niet."

Wat gaat er goed?

"Het aantal mensen, dat zich met deze onderwerpen bezighoudt en die zich openlijk uitspreekt over het belang, groeit gestaag. De saamhorigheid is groot, evenals de loyaliteit en onderlinge steun. Er wordt meer onderzoek op dit domein gedaan en er vormen zich onderzoeksconsortia. De maatschappelijke awareness en awareness onder jonge onderzoekers neemt toe. Vrouwelijke patiënten trekken aan de bel en willen meer aandacht voor hun problemen, hetgeen zich weerspiegelt in de aandacht in media en online.

Medische studenten staan open voor onderwijs over sekse- en genderspecten in de zorg. Huisartsen en huisartsen in opleiding vragen om trainingen over sekse- en gendersensitieve geneeskunde, het blijken prettige eyeopeners voor de cursisten. Het strikte onderscheid in vrouwelijkheid en mannelijkheid en de seksstereotyperingen vervagen, impliciete sekse- en etnische discriminatie verdwijnt moeizamer. We zijn op de goede weg."