Een Kennis- en Innovatieagenda voor de regio, opgesteld met tal van partners van binnen en buiten de zorg. Met prioriteiten op basis van wensen van burgers en collega-professionals. Academische werkplaatsen gericht op duurzame zorg, publieke gezondheid en ouderenzorg, waar praktijk en onderzoek elkaar raakt. In Zuidoost Nederland wordt hard gewerkt aan het verbeteren van de regionale gezondheid. Van kleine lokale initiatieven tot grootschalige projecten. Stef Kremers: “Elke partij moet zich afvragen welke rol zij spelen in het netwerk en dat dan ook echt operationaliseren. En het MUMC+ is één van die partijen. Samen werken we nu aan de uitvoering van de agenda.”

In de Nederlandse umc’s komen onderzoek, onderwijs en hoogcomplexe patiëntzorg samen op één plek, wat internationaal gezien uniek is. Hierdoor is er altijd veel aandacht geweest voor complexe medisch-specialistische zorg binnen onderzoek en onderwijs. Toch is de rol van de umc’s de laatste jaren veranderd. De zorg in de umc’s is nog steeds complex, maar de focus van onderzoek en opleiding is de laatste jaren breder geworden. De umc’s zien hun maatschappelijke rol en hun rol in de regio steeds ruimer en zetten hun kennis en organisatie- en innovatiekracht steeds efficiënter in voor de gezonde regio.

Deze koersverandering heeft geleid tot veel meer samenwerking. Op landelijk niveau, maar ook op regionaal niveau. Het plan Onderzoek en innovatie met en voor de gezonde regio (O&I in de regio), dat de NFU met tal van partners in 2019 heeft opgesteld, heeft hier een belangrijke rol in gehad.

Maatschappelijke impact

Er was binnen de umc’s al langer een beweging gaande naar een bredere maatschappelijke rol en een regionale focus, maar mede door het advies Onderzoek waarvan je beter wordt van de Gezondheidsraad en het plan Onderzoek en innovatie met en voor de gezonde regio is er meer focus gekomen op maatschappelijke vraagstukken zoals care en preventie. Niet per se vraagstukken waarbij state-of-the-art technologie zoals gentherapie of het 3D-printen van organen de oplossing zijn, maar wel regionale vraagstukken met een grote maatschappelijke impact op de gezondheid.

Stef Kremers, bestuurder bij het MUMC+, vice-decaan van de Faculty of Health Medicine and Life Sciences en hoogleraar Gezondheidsbevordering, was vanuit het MUMC+ als kwartiermaker betrokken bij de invulling van dit plan in regio Zuidoost-Nederland. “O&I in de regio heeft er echt aan bijgedragen dat onderzoekers meer maatschappelijk gericht zijn geworden. Daarnaast heeft het meer samenwerking en kruisbestuiving opgeleverd, op landelijk en regionaal niveau.”

Portretfoto van Stef Kremers.

Werkzame principes

Kremers: “We hebben een landelijke overlegstructuur geïnitieerd, waarin we kennis delen over wat wij de ‘werkzame principes achter succesvolle implementatie’ noemen. Welke principes maken de implementatie van een innovatie succesvol? Hier doen we onderzoek naar, delen de kennis en passen deze toe in onze regionale context. Dat doen we niet vanaf de zijlijn, maar als onderdeel van het netwerk.”

En met dit netwerk is in 2020 de Kennis- en Innovatieagenda Zuidoost Nederland opgesteld. Met verschillende zorgpartners, maar ook met partners uit het sociale domein, gemeenten, mbo, hbo en universiteit en nog meer organisaties en partijen uit de regio. “Het uitgangspunt was om de agenda onderdeel te laten worden van waar we met z’n allen voor staan. Om gedeelde verantwoordelijkheid te creëren rondom de aanpak van de vraagstukken die in onze regio relevant zijn. Dat is een heel proces, waar veel van geleerd is en waar ook andere umc’s binnen hun regionale aanpak profijt van hebben gehad,” aldus Kremers.

IZA, GALA en de sectorplangelden

Het IZA en GALA zijn belangrijke akkoorden om de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Om de doelen van IZA en GALA te halen, is een integrale aanpak noodzakelijk. Een goede netwerkvorming is daarom cruciaal. De basis die door O&I in de regio is gelegd, heeft met het sectorplan Versnellen op gezondheid nog meer momentum gekregen. Kremers: “De contouren van het sectorplan sluiten heel goed aan op de beweging die met O&I in de regio een boost heeft gekregen. Met de middelen van het sectorplan hebben we meer onderzoekers vrij kunnen maken om dit soort praktijkgericht onderzoek nog steviger in te bedden.”

Het verkleinen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen is één van de prominente doelen van het sectorplan en door de sectorplangelden hebben ook meer onderzoekers de ruimte gekregen om zich te focussen op dit onderwerp. Kremers: “Het onderzoek naar het verkleinen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen heeft echt een impuls gekregen. Niet alleen omdat nu meer onderzoekers zich op dit onderwerp kunnen richten, maar ook omdat we daardoor nieuwe onderzoekstechnieken kunnen ontwikkelen en testen. Dat heeft echt een kwaliteitsimpuls aan dit onderwerp gegeven. Daarnaast heeft de extra aandacht voor dit onderwerp andere onderzoekers in de umc’s geïnspireerd om deze maatschappelijke opgave als nieuwe invalshoek voor hun eigen onderzoek te gebruiken, met de hiervoor genoemde Kennis- en Innovatieagenda als leidraad.”

“Het praktijkgedreven onderzoek binnen de umc’s staat nu op een heel ander niveau ten opzichte van een aantal jaren geleden. Daar heeft O&I in de regio een belangrijke rol in gespeeld, wat nu verder verstevigd wordt door het sectorplan. We staan meer dan voorheen met de voeten in de klei en stellen ons dienstbaar op ten aanzien van vragen die in de regio leven. Al deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat er nu meer samengewerkt wordt om maatschappelijke vraagstukken op te lossen, op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Investeren in regionale samenwerking, één van de oproepen in het NFU-verkiezingsmanifest, loont dus duidelijk.”