‘Preventie is geen individuele keuze, maar een politieke’
In een samenleving die weerbaar wil zijn, behoedt de overheid de bevolking voor gezondheidsrisico’s. Worden personen geholpen hun leefstijl te verbeteren om zo hun risico op aandoeningen te verkleinen. En is er beleid om zieke mensen een goede kwaliteit van leven te geven en te voorkomen dat ze nog meer zorg nodig hebben. Kortom, in zo’n samenleving zijn er veel verschillende vormen van preventie. De universitair medische centra (umc’s) ontwikkelen kennis op al deze terreinen, vertellen de hoogleraren Vincent Jaddoe en Marcel Olde Rikkert.


Het vaccin tegen het Rotavirus. Projecten die voorkomen dat mensen met een psychische stoornis intensieve zorg nodig hebben. Voorlichting om gezond een zwangerschap in te gaan en zo de kans op een succesvolle start van het kind te vergroten. De overeenkomst hiertussen? Umc’s hebben in belangrijke mate bijgedragen aan deze vormen van preventie.
Marcel Olde Rikkert en Vincent Jaddoe zijn beiden actief op dit vlak. De eerste vooral bij senioren, de tweede bij kinderen en hun ouders. Olde Rikkert is hoogleraar klinische geriatrie aan het Radboudumc en oprichter van het Radboudumc Alzheimer centrum. Hier worden bijvoorbeeld persoonsgerichte leefstijlmethoden ontwikkeld waarmee medewerkers in het sociaal domein kwetsbare ouderen helpen thuis te blijven wonen. Jaddoe werkt in het Erasmus MC als kinderarts, hoogleraar kindergeneeskunde-epidemiologie én onderzoeksleider van Generation R. Hierin worden ruim 10.000 kinderen en hun ouders bestudeerd vanaf de eerste 1000 dagen tot ze volwassen zijn. De bevolkingsstudie heeft onder meer duidelijk gemaakt wat zoal nodig is om het risico op zwangerschapsvergiftiging en vroeggeboorte te verkleinen.
Mentale volksgezondheid
De professoren pleiten voor een gezondere leefomgeving voor iedere inwoner van ons land. Dat is een belangrijke taak van de overheid. Olde Rikkert: “Te vaak presenteren politici preventie als een individuele keuze. Maar veel wetenschappelijke onderzoeken hebben uitgewezen dat juist preventie op bevolkingsniveau effectief is. Neem de mentale volksgezondheid. In onze hypernerveuze samenleving wordt het welzijn onder meer bedreigd door prestatiedruk en versnelling, zo liet de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving in september weten. Versnelling wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door sociale media. En daartegen kunnen veel individuen niet vechten zolang de overheid big tech vrij spel geeft.”
Olde Rikkert geeft een ander voorbeeld: het grote aanbod en bijbehorende marketing van suikerhoudende en vette producten in de supermarkt. “Voor veel mensen is dat een oneerlijke strijd. En dokters hebben geen grip op dit aanbod.” De umc-onderzoekers laten tegelijkertijd zien dat het ook anders kan. “En de overheid kan wel sturen. Denk aan maatregelen die gezonde producten goedkoper maken.”
Kansenongelijkheid aanpakken
Of iemand een gezonde leefomgeving heeft, hangt ook af van diens wijk, straat en sociale context. Jaddoe: “De omgeving waarin je wordt geboren weegt misschien wel zwaarder dan het DNA waarmee je wordt geboren. Sociale achterstand vertaalt zich bijvoorbeeld in andere ziekte-uitkomsten. Nobelprijswinnaar James Heckman heeft aangetoond dat de eerste vier jaar van een kind bepalen hoe waardevol hij wordt voor de samenleving. Voorkennis van taal hangt bijvoorbeeld samen met je baan en sociale participatie later in het leven. Scholing en het aanpakken van kansenongelijkheid zie ik dan ook als een belangrijke politieke verantwoordelijkheid.”
Preconceptiezorg
De grootste uitdaging daarbij is specifieke bevolkingsgroepen te bereiken en maatwerk te bieden. Jaddoe: “We zien dat ook bij preconceptiezorg. We weten dat de leefstijl, sociale context en de mate van stress bepalen hoe toekomstige ouders de zwangerschap ingaan. En dat dit invloed heeft op de uitkomst van die zwangerschap en de gezondheid van het kind. Maak je mensen niet bewust van de risicofactoren, dan ontstaat gezondheidsproblematiek die binnen een gezin overgaat van de ene op de andere generatie. Maar we slagen er onvoldoende in deze subgroepen te bereiken die deze voorlichting het meest nodig hebben. We hebben vooral contact met relatief hoogopgeleide mensen die het belang van een gezonde leefstijl al kennen. Dit vraagt aandacht van zowel politici als zorgverleners en onderzoekers.”
Olde Rikkert: “Preventie op populatieniveau is de meest effectieve vorm om Nederland gezonder en weerbaarder te maken. De paradox is dat we nu meer bereiken met maatregelen voor grote groepen met een laag risico dan met maatregelen voor kleine groepen met een hoog risico.”
Eenvoudige loketten
Op een ander vlak is maatwerk voor kwetsbare groepen vereist, vervolgt Olde Rikkert. “Digitalisering is een manier om het arbeidstekort in de gezondheidszorg tegen te gaan. Maar het zal op den duur juist méér mankracht kosten als je bijvoorbeeld kwetsbare ouderen en psychiatrische patiënten vraagt digitaal afspraken te maken of informatie aan te leveren. We voorkomen veel extra zorg door eenvoudige loketten te behouden voor vijftien tot twintig procent van de zorgvragers.”
Alert
De basis van preventie is goed in Nederland, stelt Jaddoe. “Er zijn al veel verworvenheden. Maar we moeten er alert op zijn dat die niet aan kracht inboeten. Neem de dalende vaccinatiegraden en het afnemende aantal bezoeken aan consultatiebureaus. We hebben veel werk te verzetten om een groter deel van de bevolking mee te krijgen.” Olde Rikkert: “Onderzoek van Amsterdam UMC heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat de vaccinatiegraad sterk achterblijft onder kinderen met een bepaalde migratieachtergrond. We moeten deze groepen beter zien te bereiken. Niet alleen in hun eigen belang, maar ook in het belang van de hele bevolking.”
(Tekst: Gerben Stolk)