Universiteiten van Nederland (UNL) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) presenteren samen een streefbeeld voor proefdiervrije innovatie in het academisch onderwijs. Het maatschappelijk debat over het gebruik van dierproeven is al lang in beweging. Met de ontwikkeling en presentatie van dit streefbeeld leveren de universiteiten en umc’s hun bijdrage aan deze discussie. Uitgangspunt is dat er in het onderwijs, met name aan toekomstige onderzoekers, meer aandacht is voor proefdiervrije innovaties en een vermindering van het gebruik van proefdieren. Sinds 2019 zijn UNL en NFU partner van het programma Transitie Proefdiervrije Innovatie (TPI) van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Dierproeven vinden plaats binnen verschillende vakgebieden, zoals de (bio)medische, biologische, neuropsychologische wetenschappen, tandheelkunde en diergeneeskunde. Ze zijn nodig voor kennisvergaring, kennisvermeerdering en het aanleren van praktische vaardigheden of nieuwe operatietechnieken. Ook in het onderwijs wordt soms gebruik gemaakt van proefdieren.



Minder dierproeven, met behoud van kwaliteit van onderwijs en nascholing


UNL en NFU streven ernaar om het proefdiergebruik in het bachelor- en masteronderwijs en de postacademische nascholing van professionals te reduceren, met behoud van de kwaliteit van onderwijs en nascholing. Dat een nieuwe generatie onderzoekers al vroegtijdig in aanraking komt met proefdiervrije innovaties en de mogelijkheden daartoe, heeft naar verwachting een doorwerkend effect op het latere werkveld.

Realistische transitiedoelen voor proefdiervrije innovatie

In het streefbeeld staat wat de mogelijkheden, ambities en noodzakelijke acties zijn om de transitie naar proefdiervrije innovatie te versnellen. Denk hierbij aan het verder integreren van simulaties, het gebruik van stamcellen om weefsels of organen te genereren (organ-on-chip), virtual reality, (digitale) modellen en skills lab in het onderwijs. Centraal staan de 3 V’s: vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven. Het streefbeeld bevat:

  • een beschrijving van de huidige situatie ten aanzien van proefdiergebruik;
  • de reeds beschikbare alternatieven en technologie;
  • streefdoelen voor de komende 10 jaar;
  • aanbevelingen voor (beleids)maatregelen.

Brede expertise

NFU en UNL hebben een gezamenlijke stuurgroep ingesteld onder leiding van prof.dr. Wouter Dhert (UU). De stuurgroep stond bij de ontwikkeling van het streefbeeld in nauw contact met de kerngroep TPI van het ministerie van LNV. Daarnaast is een werkgroep onder voorzitterschap van prof. dr. Daniela Salvatori in het leven geroepen voor het opstellen van het streefbeeld, bestaande uit experts van de betrokken academische instellingen, uit verschillende disciplines en in verschillende fasen van hun carrière.

Meer informatie

Op de website van de Rijksoverheid is meer informatie te vinden over waarom dierproeven helaas toch soms nog nodig zijn, relevante wet- en regelgeving en de transitie naar proefdiervrije innovatie.