Zeldzame aandoeningen zijn vaak levensbedreigend of chronisch invaliderend, moeilijk te herkennen en vast te stellen. Ze zijn moeilijk te behandelen, omdat er vaak meerdere organen bij betrokken zijn, als er al een behandeling beschikbaar is. De expertisecentra zeldzame aandoeningen zijn dan dé plek waar patiënten terecht kunnen. Het merendeel van deze centra bevindt zich in de umc’s.

Door zorg te verlenen aan patiënten met een zeldzame aandoening, vervullen de umc’s een actieve maatschappelijke rol als centra voor zeer complexe zorg, kennis en expertise.

De juiste zorg op de juiste plek, ook bij zeldzame aandoeningen

Erkenning expertisecentra

In opdracht van het ministerie van VWS, heeft de NFU een procedure om deze expertisecentra te erkennen, op basis van Europees vastgestelde criteria voor expertisecentra zeldzame aandoeningen. Dat hebben we gedaan in samenwerking met de VSOP (de Nederlandse koepelorganisatie voor patiënten met zeldzame en genetische aandoeningen) en Orphanet NL (de portaalsite voor zeldzame aandoeningen en weesgeneesmiddelen).



Inmiddels zijn er ongeveer 350 door VWS erkende expertisecentra voor zeldzame aandoeningen (ECZA) in Nederland te vinden. Voor adequate zorg en behandeling hebben zij een toegevoegde waarde. Het doel van de NFU: de zorg voor mensen met zeldzame aandoeningen verder verbeteren. Hoe? Door te streven naar de juiste zorg op maat op de juiste plek en met een multidisciplinaire aanpak. En door zorgprofessionals meer algemeen bekend te laten raken met deze aandoeningen.

Juiste ECZA zoeken?

Wil je weten welk expertisecentrum gespecialiseerd is in een bepaalde zeldzame aandoening? Patiënten(organisaties) en het algemene publiek kunnen terecht bij de Expertisezoeker van het Erfocentrum. Of je kunt zoeken op Orphanet (met name gericht op zorgprofessionals).

Europese netwerken

Samenwerking is nodig om hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek naar en zorg voor mensen met een zeldzame aandoening mogelijk te maken. Juist in dit geval is het van cruciaal belang om internationaal de handen ineen te slaan. Want er zijn in één land vaak onvoldoende patiënten om betrouwbare wetenschappelijke uitspraken te kunnen doen. En die onderzoeksresultaten zijn nodig om de kwaliteit van zorg, inzicht in de aandoening en onderzoek naar nieuwe behandelingen verder te verbeteren. In 2017 zijn de Europese lidstaten daarom, op verzoek van de Europese Unie, gestart met de vorming van Europese Referentie Netwerken (ERNs). Nederland participeert inmiddels in deze ERNs. Zeven daarvan worden vanuit Nederland gecoördineerd. Hier kun je een animatie vinden waarin precies wordt uitgelegd wat de ERNs doen.

Vragen of opmerkingen? Mail ze naar zeldzameaandoeningen@nfu.nl.